'Mijn leven begint vandaag', zegt de Amerikaan Robert DuBoise. En hij geeft zijn advocaat een hand. ‘Dank je.’
Na 37 jaar in de cel is er nieuw DNA bewijs gevonden dat Robert vrijpleit.
Je ervaart hetzelfde bevrijdende gevoel als je in de leefstand komt. Je hersenen komen dan uit een mentale gevangenis.
Wat is dat eigenlijk, de leefstand?
Een staat van levendigheid. Je lacht, je bent ontspannen en je handelt naar wat je leuk én belangrijk vindt. Je bereikt dat als je je psychologische basisbehoeftes bevredigt.
Dat zit zo. Je lichaam heeft eten, drinken, slaap, onderdak, beweging en aanraking nodig. Dat zijn je lichamelijke basisbehoeftes (LBB). Je brein heeft óók behoeftes, de psychologische basisbehoeftes (PBB): autonomie, binding en competentie.
Als het met je PBB’s niet goed zit gaan je hersenen prioriteiten stellen: éérst het hoofdprobleem, dán de rest. Daar kies je niet voor, dat gaat vanzelf. Je staat in de overleefstand.
Hoe beïnvloedt de overleefstand jouw leven?
Enórm.
Stel: je denkt dat je partner je niet meer aantrekkelijk vindt. Om die reden wil je afvallen. Je wil dus geen gewicht verliezen, je moet het. Van jezelf. Dat vernauwt je blik.
Zodra je ook maar dénkt dat je niet aantrekkelijk genoeg bent, ga je je anders gedragen. Zo koop je dat zwarte, afkledende truitje, terwijl je liever rood draagt. Je gaat niet mee naar het zwembad, terwijl je van zwemmen houdt. Je zegt nee tegen tiramisu in een restaurant, terwijl dat je lievelingsdessert is.
Je bent aan het overleven. Je leeft niet naar wie jij wíl zijn, maar naar wie jij móet zijn. Gebeurt dat de hele dag? Dan noem ik het zombi-itis. Je bestáát wel, maar je leeft niet. Je holt achter de meute aan, terwijl je niet denkt aan wat jij écht wil. Laat staan dat je ernaar handelt. Dat belemmert je geluk.
Hoe kom je van je zombi-itis af?
Door je behoeftes één voor één te bevredigen. Begin met je zwaarste last. Is dat je relatie? Start daarmee: ga de dialoog aan.
En zeg dan niet meteen: ‘Harry, vind je me niet meer aantrekkelijk?’ Want dan dwing je hem om zich te verdedigen. En dan zegt hij: ‘Túúrlijk wel.’
Nee, spreek je emotie uit. Gecombineerd met een waarneming. Zoals: ‘Harry, waarom vrijen we niet meer, de laatste tijd? Ik voel me zo onaantrekkelijk.’
Jóuw emotie is waar. Niemand kan dat ontkennen. Dat benoemen zorgt dat de ander je beter begrijpt. En dat hij je wil helpen. Of troosten. Zonder dat hij zijn gelijk wil halen. Dat bespaart je de welles-nietes strijd. En bovendien geef je Harry een éérlijke kans om te antwoorden.
Maar er alleen over práten brengt me toch niet terug in de leefstand?
Nee. Je begint met je aanname te toetsen. Wie weet heeft Harry wel problemen op zijn werk, waar hij de hele dag aan denkt. Of zit hij niet lekker in zijn vel door de coronamaatregelen.
‘Ach, schat’, zegt hij dan. ‘We hebben twee afdelingen moeten sluiten en ik heb géén idee hoe we die deadline gaan halen.’
En dan kun jij het een plek geven. Het probleem is niet dat jij een pondje te zwaar bent, het probleem is zijn werk.
En dan?
Je accepteert het. Zo vergroot je je autonomie. En je ondersteunt hem, als dat kan. Dat versterkt je binding.
"Acceptatie vergroot je autonomie"
Op dit punt ben je van de overleefstand naar de leefstand gegaan. Je voelt je opgelucht en je zit weer lekker in je vel. Op naar het volgende punt.
Je kunt ook níet in gesprek gaan
En de onderlinge spanning op laten lopen. Je ziet elkaar wel, maar je maakt geen connectie. Je voedt je aannames, en je gelooft steeds meer dat het aan jou ligt.
Als compensatiegedrag ga je drie seizoenen Desperate Housewives bingen, met een zak chips. Twee tissuedozen later bel je een vriendin op: ‘Ik denk dat Harry en ik uit elkaar zijn gegroeid.’
En wat doet Harry?
Hij gaat méér werken. Drie avonden per week komt hij strompelend thuis. ‘Ik hou van je’, mompelt hij, voordat hij op de bank ploft.
Hij zit óók niet lekker in zijn vel. Hij voelt dat er wat is, maar hij kan er zijn vinger niet op leggen. Zou ze een ander hebben?
Dus, wil je niet als zombie door het leven?
Kom in de leefstand.
Bevredig je psychologische basisbehoeftes, en je gaat een fántástische tijd tegemoet.
Beloofd.