Waarom wil je afvallen - maar dan écht?

‘Túúrlijk mag je stoppen met school’, antwoordt mijn moeder. ‘Zal ik alvast je krantentas pakken? ‘Nee ma’, roep ik. ‘Ik wil accountant worden’. Terwijl ik dat zeg snap ik wat ze bedoelt. Na dat moment heb ik nooit meer één dag gespijbeld.

Hetzelfde geldt als je wil afvallen: je houdt het pas vol als je je échte reden weet

Dat je niet in bikini naar het strand durft, bijvoorbeeld. Omdat je bang bent dat ze naar je love handles staren. Of dat je jezelf wegcijfert in een relatie, omdat je je voor je lichaam schaamt.

Als je dé reden niet weet, verval je binnen zes maanden in je oude patronen. Waarom? Omdat de noodzaak van het krijgen van maat 38 niet opweegt tegen álle veranderingen die afvallen met zich meebrengt. Neem het managen van een verjaardag. Denk je dat de gedachte aan een strakke buik het wint van een stuk appeltaart? Nee.

Er moet een emotie vrijkomen als je het zegt

Zoals wanneer je een geheim voor het eerst deelt. Dat je het altijd met het licht uit doet, bijvoorbeeld. Omdat je niet wil dat je partner je buik ziet. Of dat je eens een compliment van je moeder wil, in plaats van: ‘Zou je dat jurkje nou wel doen?'


De reden moet je raken. Het maakt niet uit wat je motivatie is, zolang hij je maar beweegt. Want je gaat het moeilijk krijgen: op feestjes. Met Kerst. In het weekend.

‘En hoe kom ik dan achter die beweegreden, Jan?’

Door jezelf constant af te vragen: waarom? Je wil 5 kilo afvallen. Waarom? Wat verandert er in je leven als je morgen 5 kilo kwijt bent? En zeg dan niet: 'Dan zit mijn broek weer lekker.'


Nee, noem één belangrijke verandering

Op sociaal, emotioneel of geestelijk vlak, waarin je vooruit gaat?

Dan durf ik mijn gele Chanel shirtje van vóór mijn huwelijk weer aan te trekken.

Waarom is dat belangrijk voor je?

Omdat ik dan lekker in mijn vel zit.

En hoe verrijkt dat je leven?

Dan schaam ik me niet meer voor hoe ik eruit zie.

Oké. En hoe beïnvloedt die schaamte je in je dagelijks leven?

Zo komen we bij de echte reden

Je wil dus niet afvallen: je wil van je schaamte af. Van dat ellendige zelfbeeld dat je leven beheerst: in je relatie, op je werk, bij je schoonouders. En dát bereik je door een paar kilo kwijt te raken. Díe gedachte zorgt er wél voor dat je de popcorn op tijd weglegt. En dat je de fiets pakt naar je werk.

Maar dan zijn we er nog niet

Je moet je doelstelling concreet maken. Met een persoonlijk plan. Doe je dat niet? Dan haal je je resultaat niet, en verval je binnen zes maanden in het eetgedrag van Hollebolle Gijs. 

(Om daarna als Fitboy Gijs weer een poging te wagen.)

Een plan maken werkt zo: je stelt jezelf 4 vragen

1. Hoeveel kilo wil je exact verliezen?

(Stel jezelf de vraag of het je écht om de kilo’s te doen is, of om je buikomvang.)

2. Hoe ga je je voortgang in kaart brengen?

Zonder data weet je niet of je de goede kant op gaat. Je kunt bijvoorbeeld dagelijks je gewicht bijhouden. Of je buikomvang.

3. Hoeveel weken trek je ervoor uit?

Zonder die vraag weet je niet of je doelstelling realistisch is, en of je op schema ligt.

En, het allerbelangrijkste:

4. Accepteer je dat je je gedrag moet aanpassen?

Je moet je voeding, beweging, slaap, gewoontes, stress en zelfbeeld aanpakken om je doel te behalen. Wil je die moeite erin steken?

Na die 4 vragen komen we bij je eigen ervaring

Wat heb je eerder gedaan dat werkte? En wat werkte niet? Als je 5 keer eten per dag volhoudt, doe dat. Krijg je er ’s morgens geen hap in? Eet dan niet. Het beste voedingspatroon bestaat niet. Doe wat bij je past, want dat hou je vol.


Terug naar je waarom. We zijn er bijna

Je weet nu wat je wil. Specifiek. En je weet wat dat resultaat met je doet. Maar dat is een korte termijn doelstelling. Want wat gebeurt er als je je kilo’s straks kwijt bent? Dan vervalt je beweegreden. Dat moeten we voorkomen.

Hoe?

Door een lange termijn doelstelling te hebben. Denk eens voorbij het moment dat je je gele Chanel-shirt weer past. Wat moet je lichaam nog kunnen als je 40 bent? Of 60? Wil je dan je kleinkinderen nog kunnen optillen, bijvoorbeeld? Of zelfs 8 kilometer kunnen rennen?

Daarna:

Waar moet je lichaam aan voldoen om dat te bereiken? Wees zo concreet mogelijk: welk gewicht, BMI, spierkracht en fitheid zorgen dat je op je zeventigste nog die lange afstandwandeling door het Zwarte Woud kunt maken? Want dát geeft je een reden om het voor altijd vol te houden.

En nu?

Pak een A4'tje en schrijf bovenaan: waarom?

Beantwoord de vragen uit dit blog.